Onderzoeksraad onderzoekt ongeval in Middensluis IJmuiden

De Raad stelt vast dat zowel de ontwerpers als de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Binnenvaart, die het ontwerp van de No Limit had goedgekeurd, gebruik heeft gemaakt van rekenhulpmiddelen die buiten hun toepassingsgebied zijn gebruikt. Als men de constructie van het schip volledig had doorgerekend in plaats van de rekenhulpmiddelen, zou duidelijk zijn geworden dat het schip niet sterk genoeg was geconstrueerd. De Raad vindt dat ook dat de Inspectie Verkeer en Waterstaat onvoldoende kritisch is geweest op haar eigen rol in het keuringsproces. Er dient lering te worden getrokken uit het proces van keuring zoals dit is ingericht bij de bouw van binnenschepen die zijn toegerust voor vervoer van gevaarlijke stoffen en zeeschepen. Voor al deze schepen geldt dat de bouw nu al plaatsvindt onder volledig toezicht van een klassenbureau. Aanbevolen wordt, dat de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat beunschepen langer dan 80 meter en/of afwijkende lengte-breedte verhouding, die niet op basis van volledige berekeningen het Certificaat van Onderzoek hebben verkregen, (laat) onderzoeken of deze wel voldoende constructiestijf zijn. Ten slotte vindt de Raad dat bij nieuwbouw of ingrijpende verbouwingen van binnenschepen de aanvrager van goedkeuring op basis van volledige berekeningen zal moeten aantonen dat de constructie voldoende stijf is. Bij de No Limit waren slechts globale berekeningen uitgevoerd. Persbericht_plooien_van_een_beunschip.pdf