Direct naar de inhoud
Bron: Politie/landelijke eenheid
Bron: Politie/landelijke eenheid

Ongeval bouwplaats Rijnstraat

Status : Afgerond

De Onderzoeksraad heeft onderzoek gedaan naar een ongeval op de bouwplaats van het voormalige VROM-gebouw in het centrum van Den Haag. In de ochtend van 26 mei 2016 kwamen tijdens het hijsen van steigerdelen, twintig delen los. Deze vielen van ruim zestig meter hoogte naar beneden en kwamen deels buiten het bouwterrein terecht, middenin het voetgangers- en fietsverkeer. Een voorbijgangster werd geraakt en overleed.

Op basis van het onderzoek concludeert de Onderzoeksraad dat partijen betrokken bij omvangrijke bouwprojecten in drukke binnensteden continu scherp blijven toetsen op de veiligheid van de omgeving. Met name op krappe bouwplaatsen die omsloten zijn door straten met veel passanten en verkeer zijn er meer risico’s voor de omgeving. Wanneer zich een ongeval voordoet, is er een grotere kans dat dit ook gevolgen heeft buiten het bouwhek. Het borgen van de omgevingsveiligheid bij dergelijke projecten is daarom van cruciaal belang. Dit kan een lastige puzzel zijn omdat veiligheidsmaatregelen gevolgen hebben voor andere belangen, zoals de doorstroming van het verkeer en bereikbaarheid van winkels en gebouwen.

Hijsen in het hart van de stad: risico’s beter beheersen

De Onderzoeksraad heeft onderzoek gedaan naar een ongeval op de bouwplaats van het voormalige VROM-gebouw in het centrum van Den Haag. In de ochtend van 26 mei 2016 kwamen tijdens het hijsen van steigerdelen, twintig delen los. Deze vielen van ruim zestig meter hoogte naar beneden en kwamen deels buiten het bouwterrein terecht, middenin het voetgangers- en fietsverkeer. Een voorbijgangster werd geraakt en overleed.

Voorbereidingen en maatregelen

Bij de voorbereidingen van de bouw hebben de bouwer, gemeente, stadsvervoerder en andere betrokken partijen maandenlang overlegd over de inrichting van de situatie rondom de bouwplaats. De partijen hadden hierbij oog voor de verkeersveiligheid en het beperken van hinder voor de omgeving. Ook werden de beleidsregels van de gemeente Den Haag gehanteerd. De gemeente is een voorloper met deze regels, die beschrijven waar gehesen mag worden en hoever het bouwhek minimaal van de hijszone moet staan. Daarnaast nam de bouwer aanvullende maatregelen bij hijsacties die buiten de afgesproken hijszone zouden komen, zoals het tijdelijk tegenhouden van het verkeer of door ’s nachts te werken. Toen de werkzaamheden van start gingen, dacht men de puzzel te hebben opgelost.

Vallende onderdelen

Ondanks alle maatregelen, kon het toch gebeuren dat de steigerdelen buiten het bouwhek terecht kwamen. Deze vielen tot twee keer verder dan de afstand van het gebouw tot het bouwhek en kwamen daarmee veel verder dan de afstand waarmee in de hijsregels rekening was gehouden. Enkele maanden later gebeurde een soortgelijk voorval bij een ander bouwproject aan de Rijswijkseweg in Den Haag: ook daar viel hijslast die buiten de bouwhekken terecht kwam. De Onderzoeksraad constateert dan ook dat de toepassing van de hijsregels onvoldoende garantie boden om de omgeving te beschermen tegen vallende onderdelen.

Omgeving in kaart brengen

Beide ongevallen maken een verborgen spanningsveld zichtbaar tussen bereikbaarheid en de veiligheid rondom de bouwplaats. Men ging uit van de veiligheidsregels van de gemeente en dacht dat daarmee de veiligheid van de omgeving voldoende geborgd was. Bij grote bouwprojecten in een drukke omgeving, is het echter noodzakelijk om zo vroeg mogelijk het spanningsveld tussen de bouwwerkzaamheden en de omgevingsfactoren in kaart te brengen. Gedurende de voorbereiding en de uitvoering moeten betrokken partijen scherp blijven toetsen of de veiligheid van de omgeving nog voldoende geborgd is.  

Aanbevelingen

Aan het Rijksvastgoedbedrijf en leden van Opdrachtgeversforum in de bouw:

  • Breng vóór de aanbesteding van bouwprojecten de relevante omgevingsfactoren in kaart en gebruik deze voor het formuleren van een realistische en veilig realiseerbare bouwopdracht.

Aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst:

  • Verbeter, in samenwerking met de bouwsector, het inzicht in de omvang en aard van bouwrisico’s voor de omgeving van een bouwplaats.
  • Gebruik de resultaten van aanbeveling 2 om een veiligheidsniveau vast te stellen voor de omgeving van bouwplaatsen.

Aan de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht:

  • Verwerk de data, de resultaten van het onderzoek en het vastgestelde veiligheidsniveau als genoemd in aanbevelingen 2 en 3 in de landelijke richtlijn bouw- en sloopveiligheid.

Aan de Gemeente Den Haag:

  • Toets in de voorbereiding van een bouwproject of het veiligheidsniveau behaald wordt en blijf dat in de gaten houden. Maak daarbij gebruik van de uitkomsten van aanbevelingen 2 en 3. Let daarbij op de kenmerken van de omgeving van de bouwplaats en de mogelijkheid dat andere omgevingsbelangen botsen met de beoogde veiligheid.
  • Richt de afstemming met betrokken omgevingspartijen vóór het instemmingsbesluit efficiënter in. Benoem een projectleider die bij botsende belangen een duidelijke en verantwoorde afweging maakt om sneller tot een besluit te komen.

Aan Koninklijke BAM Groep N.V.

  • Zorg voor concrete afspraken over veilig werken en controleer dat deze afspraken op de bouwplaats worden begrepen en nageleefd.
Ongeval bouwplaats Rijnstraat

Gerelateerd nieuws

This site is registered on wpml.org as a development site. Switch to a production site key to remove this banner.