Verlies van alle remdruk tijdens taxiën, Fokker 70
Na de landing op Amsterdam Schiphol Airport verliet de Fokker 70, met registratie PH-WXC, landingsbaan 18R (Polderbaan) op weg naar de vliegtuigopstelplaats. Om brandstof te besparen was in lijn met het beleid van de betrokken vliegmaatschappij motor #2 afgezet. Het taxiën verliep aanvankelijk zonder onregelmatigheden, de bemanning moest af en toe licht bijremmen zonder te hoeven stoppen. Eenmaal aangekomen op de aangewezen vrije vliegtuigopstelplaats trapten uiteindelijk beide bemanningsleden op de rempedalen om het vliegtuig te laten stoppen. Dit resulteerde niet in merkbare vertraging van het vliegtuig. Ondanks een uitwijkmanoeuvre naar links raakte het vliegtuig met de onderkant van de rechtervleugel de ground power unit (GPU).
Het vliegtuig bleef doorrollen waarbij het weer op een taxibaan kwam en zich verder verplaatste in de richting van één van de drukke hoofdtaxibanen gelegen rondom het terminalcomplex van Schiphol. Toen de bemanning de (nog werkende) motor afzette, kwam de remdruk opeens terug, waardoor het vliegtuig abrupt tot stilstand kwam. Het bevond zich inmiddels (weer) op de dichtstbijzijnde hoofdtaxibaan. Het is duidelijk dat het wegvallen van de remdruk in eerste instantie een ernstig risico vormde voor het afhandelingspersoneel. In tweede instantie bestond na de botsing met de GPU nog steeds het risico van een volgende botsing met een ander object.
Storing in grond-detectiesysteem resulteerde in botsing
Het ground-flight control system is een cruciaal systeem voor een veilige vliegtuigoperatie omdat het borgt dat in de lucht bepaalde boordsystemen – die normaliter alleen op de grond zouden moeten werken - niet onbedoeld in werking treden. In het ontwerp van de Fokker 70 zijn de hiervan afhankelijke boordsystemen verdeeld over meerdere sensoren en kanalen van het ground-flight control system. Het onderzoek toonde aan dat het ground–flight control system tijdens het taxiën deels in de ‘flight’ modus kwam. Het effect van de ongewenste ‘flight’ mode tijdens het taxiën van de PH-WXC manifesteerde zich in het anti-skid system.
Het anti-skid system voorkomt tijdens landen dat bij te hard remmen de wielen blokkeren waardoor het vliegtuig slipt. Verder optimaliseert het anti-skid system de remcapaciteit. Mocht de piloot tijdens de landing onbedoeld de rempedalen bedienen voordat het toestel de baan raakt (dus nog in de lucht is), dan bestaat naast slip verhoogde kans op klapbanden met alle gevolgen van dien voor de remcapaciteit. Om dat te voorkomen beschikt het anti-skid system – zodra het landingsgestel uit is - over een extra functie: het dumpen van de remdruk. Deze functie is actief zolang het vliegtuig zich nog in de modus ‘flight’ bevindt en de rotatiesnelheid van de wielen nog laag is. Deze functie zorgde ervoor dat tijdens het taxiën de totale remdruk wegviel toen door een storing een deel van het ‘ground–flight control system’ in ‘flight’ kwam. De copiloot kon daardoor, net als de captain daarna, niet remmen toen het vliegtuig de vliegtuigopstelplaats opdraaide en daar zou parkeren. Ondanks het volledig intrappen van de rempedalen door beide piloten bleek remmen onmogelijk.
Naast de Nederlandse samenvatting is het volledige rapport in het Engels beschikbaar.
