Hieronder volgen aanbevelingen die gebaseerd zijn op het voorliggende rapport. In dit deelonderzoek is teruggekeken op de gehele crisisperiode tot september 2022. Mede daardoor is een deel van de aanbevelingen in lijn met de aanbevelingen in de deelrapporten Aanpak coronacrisis 1 en 2. Deelonderzoek 3 wijst uit dat op die thema’s, of onderdelen daarvan, nog verbeteringen noodzakelijk zijn ter voorbereiding op een mogelijke nieuwe langdurige crisis met landelijke impact. Omdat in deelonderzoek 3 de vraag centraal stond hoe het kabinet de risico’s voor de volksgezondheid en veiligheid gedurende de coronacrisis heeft beheerst, richt de Onderzoeksraad al zijn aanbevelingen aan het kabinet.
Toetsen en bijstellen van strategie en doelstellingen
Het kabinet hield vast aan de doelen zoals het die aan het begin van de crisis had gesteld, terwijl de context bij het verloop van de crisis veranderde. Risico’s die zich op een later moment manifesteerden, maakten geen onderdeel uit van de oorspronkelijke doelstellingen en drongen zo niet door tot de crisisaanpak.
1. Reflecteer tijdens een langdurige crisis regelmatig en expliciet op de gekozen doelstellingen en beoordeel of deze nog passend zijn bij het verloop van de crisis. Inventariseer en beoordeel hierbij niet alleen risico’s binnen de geldende doelstellingen, maar ook daarbuiten en bepaal of het wenselijk is om doelstellingen aan te passen. Organiseer hierbij tegenspraak gericht op het herkennen en uitdagen van aannames en onderliggende waarden.
Zorgen voor breed eigenaarschap en integrale afwegingen
Ondanks een verbreding van de crisis en een toename van het aantal betrokken partijen, behield de minister van VWS het eigenaarschap van de crisis. De Onderzoeksraad constateert dat het kabinet bij zijn besluitvorming de crisis hoofdzakelijk bleef benaderen als een acute gezondheidscrisis.
2.
a. Zorg ervoor dat, bij opschaling naar een nationale crisisstructuur, het eigenaarschap van en de verantwoordelijkheid voor de crisisaanpak daadwerkelijk kabinetsbreed worden gedeeld, zodat het integrale karakter van het crisisbeleid onmiskenbaar is.
b. Zorg dat op ministerieel niveau verantwoordelijkheid wordt genomen voor de inbreng van en besluitvorming over interdepartementale thema’s als het langetermijnperspectief, maatschappelijke impact en de nafase van de crisis.
Doordenken van scenario’s
De epidemiologische modellen van het RIVM hadden een centrale rol in de besluitvorming. Mede daardoor richtte de beeld- en besluitvorming zich vooral op het meest waarschijnlijke korte termijnscenario van de epidemiologische ontwikkelingen. Scenario’s voor minder waarschijnlijke ontwikkelingen met mogelijk grote impact – ook op bredere terreinen en op de langere termijn – bleven gedurende de gehele crisis onderbelicht.
3. Anticipeer op veranderende omstandigheden door het scenariodenken binnen de crisisadvisering- en besluitvorming in langdurige crises met landelijke impact te professionaliseren. Ontwikkel en doordenk tijdens een crisis op regelmatige basis ook minder waarschijnlijke scenario’s voor het verloop, de risico’s en effecten, om beter voorbereid op knel- en beslispunten te kunnen inspelen.
Expliciteren van afwegingen, risico’s en consequenties voor de samenleving
Maatregelen hadden een grote sociaal-maatschappelijke impact. Ten tijde van hoge ic-bezetting accepteerde het kabinet die gevolgen. Het afschalen van maatregelen had als keerzijde een hogere viruscirculatie. Hiermee accepteerde het kabinet meer besmettingen, waardoor meer mensen het risico liepen op postcovid of andere langetermijngevolgen, bijvoorbeeld door uitgestelde zorg. Aan de samenleving zijn keuzes en afwegingen niet helder uitgelegd.
4. Expliciteer tijdens een langdurige crisis de dilemma’s, de weging van risico’s en belangen, en de keuzes die bij de besluitvorming aan de orde zijn. Maak aan de samenleving duidelijk wat de keerzijde van de strategie, een besluit of maatregel is, welke risico’s worden geaccepteerd, voor wie en waarom. Dit stelt burgers in staat om hun handelen daarop af te stemmen en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen veiligheid en die van anderen.
Verbeteren van de informatievoorziening
Voor de adequate bestrijding van de pandemie was optimaal zicht nodig op de verspreiding van het virus, de gevolgen van het virus voor de volksgezondheid en de impact van de maatregelen. De kwaliteit van het zicht nam in de loop van de crisis toe. Ter voorbereiding op toekomstige infectieziektenuitbraken en andersoortige crises zijn nog verbeteringen nodig.
5.
a. Realiseer en borg in samenwerking met uitvoeringspartijen de inrichting van een crisisbestendige data-infrastructuur, ten behoeve van registreren, delen en modelleren van data.
b. Creëer de randvoorwaarden voor het snel kunnen oplossen van knelpunten bij het interpreteren en toepassen van privacygerelateerde wet- en regelgeving rondom het delen van data tussen betrokken partijen bij een volgende crisis.
c. Borg in samenwerking met uitvoeringspartijen de ontwikkelde testinfrastructuur, zodat deze is toegerust voor een nieuwe acute crisis van grote omvang. Heb hierbij aandacht voor beschikbaarheid van materialen en opschaalbaarheid van afnamecapaciteit, laboratoriumcapaciteit en logistiek.
d. Stimuleer structurele samenwerkingsverbanden om tijdens een crisis breder te kunnen reflecteren op vorm, aannames en uitkomsten van de leidende modellen, onder meer met behulp van verschillende typen modellen en inzichten van meerdere modelleurs(groepen) in Nederland.
Benutten van sociaalwetenschappelijke kennis
De pandemiebestrijding was naast een epidemiologisch vraagstuk ook een sociaal-maatschappelijk en een gedragsvraagstuk. Het succes van de aanpak van een pandemie hangt sterk af van de mate waarin burgers adviezen en maatregelen naleven. Om de positie van sociaal- en gedragswetenschappelijke kennis in de crisisadvisering en -besluitvorming te verstevigen, zijn belangrijke stappen gezet, bijvoorbeeld door de oprichting van de Gedragsunit en het instellen van het MIT. De positie van sociaal- en gedragswetenschappelijke kennis kan verder versterkt worden.
6.
a. Benut vanaf het begin van een langdurige crisis sociaal- en gedragswetenschappelijke kennis in de modellering, de advisering aan het kabinet, in crisisoverleggen en in de beleidsvorming, waaronder het ontwerpen van maatregelen en herstelbeleid.
b. Stimuleer, in samenwerking met kennisinstituten, toepasbaar sociaal- en gedragswetenschappelijk onderzoek, dat snelle vertaling van kennis naar handelingsperspectief mogelijk maakt tijdens een langdurige crisis met landelijke impact.