De Onderzoeksraad voor Veiligheid doet de volgende aanbevelingen:
1. Aan de minister van Justitie en Veiligheid:
Zorg voor een wettelijke basis voor het stelsel B&B, zodat zowel de te beveiligen personen en hun werkgevers als de overheid hierop een beroep kunnen doen. Leg daarin in ieder geval vast:
a. de kaders van het stelsel B&B, zowel inhoudelijk als procedureel;
b.de rechten en plichten van te beveiligen personen, hun werkgevers en de overheid;
c. dat betrokken partijen toegang hebben tot een onafhankelijke beroepsinstantie binnen het stelsel B&B.
2. Aan de minister van Justitie en Veiligheid:
Beleg het gezag voor B&B, bij dreiging vanuit de zware, georganiseerde criminaliteit tegen personen, op landelijk niveau en als hoofdtaak, zodat:
a. B&B toegang heeft tot de voor B&B noodzakelijke informatie van opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten;
b. de functionaris die het gezag draagt voor B&B geen interfererende taken heeft, zich kan focussen op zijn B&B-taak en ervaring kan opbouwen met de complexiteit van dit type dreiging.
Voorzie het gezag daarbij van bevoegdheden om informatie te kunnen (laten) inwinnen specifiek ten behoeve van B&B.
3. Aan het OM, de politie en de NCTV:
Beschouw B&B en opsporing en vervolging als nevengeschikte taken in de aanpak van (de dreiging vanuit) de zware, georganiseerde criminaliteit en definieer de gezamenlijke opgave in deze aanpak. Vertaal dit in een samenwerkingsvorm op operationeel niveau, waarin op basis van gelijkwaardigheid informatiedeling, afstemming en de gezamenlijke afweging van belangen tussen B&B en opsporing en vervolging tot stand komen. Besteed daarbij in ieder geval aandacht aan de uitgangspunten en randvoorwaarden om te kunnen omgaan met het dilemma tussen het delen en afschermen van informatie, zodanig dat essentiële informatie voor B&B beschikbaar is en gevoelige informatie niet terechtkomt bij personen die daarover niet hoeven te beschikken.
4. Aan het OM, de politie en de NCTV:
Versterk de informatie- en adviestak binnen het stelsel B&B, specifiek gericht op het komen tot een passend handelingsperspectief bij (voorstelbare) dreiging vanuit de zware, georganiseerde criminaliteit.
a. Gebruik deze versterking om, in plaats van op een separate dreigingsinschatting en maatregelenadvies, de beveiligingsmaatregelen te kunnen baseren op een integrale inschatting van de risico’s, waarin ook zachte informatie of het gebrek aan informatie wordt geduid. Beoordeel daarbij in ieder geval de dreiging, de weerstand van de te beveiligen persoon, de benodigde maatregelen en de effectiviteit daarvan, en de (rest)risico’s in onderlinge samenhang.
b. Zorg dat het geheel aan informatie op basis waarvan besluiten worden genomen en wordt gehandeld, inclusief de aannamen die worden gedaan, wordt gemonitord en periodiek getoetst. Maak daarbij structureel gebruik van scenariodenken en tegenspraak.
5. Aan het OM, de politie en de NCTV:
Geef actief invulling aan de bijzondere verantwoordelijkheid die de overheid heeft om verschillende inhoudelijke perspectieven te benutten om gezamenlijk met de te beveiligen persoon tot een passende oplossing te komen en relationele conflicten te vermijden. Maak de functionarissen binnen B&B nog verder bewust van deze opgave en ondersteun hen daarbij met gerichte training en begeleiding. Anticipeer daarnaast als organisatie op het ontstaan van relationele conflicten en hoe daarmee om te gaan.
6. Aan het OM:
Laat vanaf het begin van een mogelijk kroongetuigentraject op gestructureerde wijze in kaart brengen:
a. vanuit opsporing en vervolging: wat het strafvorderlijk belang is van de inzet van de kroongetuige;
b. vanuit B&B en Getuigenbescherming: welke veiligheidsrisico’s ontstaan voor de kroongetuige en zijn omgeving, welke beveiligingsmaatregelen nodig zijn om deze risico’s te beheersen en welke mogelijkheden er vanuit B&B en Getuigenbescherming zijn om hierin te voorzien.
7. Aan de NCTV:
Zorg, als stelselverantwoordelijke, ervoor dat beveiligingssituaties structureel worden geëvalueerd en gebruik de ervaringen, best practices en lessen die daaruit naar voren komen om het stelsel te verbeteren. Zorg daarbij ervoor dat:
a. de binnen het stelsel samenwerkende partijen betrokken worden en kijk daarbij in ieder geval ook naar de positie van te beveiligen personen en hun ervaringen;
b. de resultaten, indien nodig, ertoe leiden dat de voor B&B geldende wet- en regelgeving wordt aangepast.