Het onderzoek legt bloot dat voor de bescherming van de gezondheid van omwonenden tegen schadelijke industriële emissies verbetering noodzakelijk is. Het wantrouwen hierover van omwonenden tegen industrie en overheid is invoelbaar.
De Onderzoeksraad doet de volgende aanbevelingen:
Aan Tata Steel, Chemours en APN:
1. Geef uitvoering aan de wettelijke plicht en maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven om de gezondheid van omwonenden te beschermen tegen schadelijke industriële emissies.
a. Zorg ten minste voor inzicht in de eigen productieprocessen en de bijdrage van de eigen emissies aan de blootstelling en gezondheidsrisico’s van omwonenden. Investeer in het opzoeken en invullen van kennislacunes.
b. Zorg ten minste voor het verlagen van de blootstelling van omwonenden aan schadelijke stoffen die het bedrijf uitstoot zodra er verhoogde gezondheidsrisico’s blijken te zijn.
c. Benut de expertise van het bedrijf om de blootstelling van omwonenden aan schadelijke persistente stoffen die het bedrijf in het verleden heeft uitgestoten te verlagen, indien er verhoogde gezondheidsrisico’s blijken te zijn.
Aan VNO-NCW:
2. Stimuleer dat bovenstaande aanbeveling onder de aandacht wordt gebracht bij leden en brancheorganisaties die actief zijn in deze sectoren.
Aan de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland en de gemeente Nijmegen, als bevoegd gezag:
3. Vergewis u ervan of u gebruik maakt van alle mogelijkheden binnen het huidige instrumentarium om de gezondheid van omwonenden te beschermen tegen schadelijke industriële emissie. Pas uw werkwijze aan waar dat niet het geval is. Zorg ten minste voor:
a. Zicht op de emissies van bedrijven. Toets het emissie-overzicht regelmatig op compleetheid en correctheid.
b. Een inschatting van het gezondheidsrisico per stof waaraan omwonenden worden blootgesteld. Doe dit met enige regelmaat en weeg onzekerheid daarin mee. Zorg voor de benodigde informatie over blootstelling en gezondheidseffecten van stoffen.
c. Aanscherping van de vergunning zodra de gezondheidsrisico’s voor omwonenden daarom vragen.
d. Tijdige implementatie van BBT door de bedrijven.
e. Uitwisseling van kennis en ervaring met andere bevoegde bestuursorganen en omgevingsdiensten.
Aan Tata Steel, Chemours en APN, aan de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland en de gemeente Nijmegen en aan omgevingsdiensten Noordzeekanaalgebied, DCMR en Regio Nijmegen:
4. Benut het systeem volledig om de gezondheid van omwonenden te beschermen tegen schadelijke industriële emissies. Communiceer proactief en wees transparant over incidenten, zorgen en klachten teneinde het vertrouwen van omwonenden terug te winnen.
Aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat:
5. Bewerkstellig, in samenspraak met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dat bevoegd gezag en omgevingsdiensten hun verantwoordelijkheid ten aanzien van vergunningverlening, toezicht en handhaving van industriële bedrijven ten volle kunnen waarmaken, zodat de gezondheid van omwonenden beter wordt beschermd. Denk daarbij onder andere aan het kennisniveau, de capaciteit, en de uitvoerbaarheid en eenduidigheid van wetgeving.
6. Stimuleer de ontwikkeling van kennis over de gezondheidseffecten en -risico’s van door de industrie uitgestoten stoffen en draag zorg dat deze kennis door zowel overheden als bedrijven wordt benut, teneinde de gezondheid van omwonenden te beschermen.
7. Borg dat het voorzorgsprincipe zwaarder gewogen wordt in het systeem van vergunnen van persistente stoffen.
Aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu:
8. Onderzoek, samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, hoe omgevingsdiensten kunnen beschikken over kennis van gezondheidseffecten en –risico’s van door de industrie uitgestoten stoffen.