Ongeval tijdens lierstart, Discus b, zweefvliegveld Lemelerveld
De piloot van het eenpersoonszweefvliegtuig stond iets na 14.00 uur gereed om via de lierstartmethode vanaf de westelijke startplaats van de west-oostbaan te gaan starten. Het was zijn tweede vlucht van het jaar. Diezelfde dag had hij een trainingsvlucht gemaakt in een tweepersoonszweefvliegtuig met de dienstdoende instructeur. Deze vlucht was goed verlopen. De instructeur meldde de piloot dat hij weer alleen kon gaan vliegen.
Er stond een wind met een kracht van ongeveer 10 knopen vanuit het noordoosten. Nadat de piloot de cockpitcheck had uitgevoerd en de lierkabel aan het toestel was bevestigd, gaf hij het teken aan de tiploper dat hij gereed was voor de start. De piloot verklaarde dat hij met zijn rechterhand de knuppel vast had en met zijn
linkerhand de ontkoppelknop. Nadat het lichtsignaal was geactiveerd vanaf de startplaats, gaf de lierman vermogen en kwam het zweefvliegtuig in beweging. De tiploper liet vervolgens de linkertip, na enkele meters te hebben meegelopen, los. De tiploper verklaarde dat de rechtervleugel van het zweefvliegtuig na circa 5 tot 10 meter naar beneden zakte en over het gras begon te glijden. Een andere getuige meldde dat de rechtervleugeltip vrijwel direct nadat de tiploper de linkervleugeltip had losgelaten in het gras viel. De tip bleef contact maken met het gras tot het moment dat het toestel begon te roteren. Toen kwam de linkervleugel omhoog en maakte het toestel een draaibeweging en kwam los van de grond. Een getuige verklaarde dat de kabel aan het toestel gekoppeld bleef en dat het toestel bijna 90 graden naar rechts draaide. Toen het toestel vervolgens met de rechtervleugel nog aan de grond en rechtop stond, schoot de kabel los. Daarna draaide het toestel rechtsom en kwam ondersteboven, met de vleugels horizontaal en aan de andere kant van het lierpad, onder een hoek van circa 20 graden tegen de grond en even later tot stilstand. De langsas van het zweefvliegtuig lag parallel aan het lierpad met de neus richting de lier. De piloot raakte lichtgewond. Het zweefvliegtuig liep schade op; de cockpitkap raakte versplinterd.
De piloot was in het bezit van een geldig LAPL(S) (Light Aircraft Pilot Licence Sailplane) en een geldige medische verklaring. Hij had een totale zweefvliegervaring van 1182 uren (2475 starts), waarvan 125 uren (75 starts) op het betrokken type. In 2018 had hij 17 vluchten gemaakt met een totale vluchtduur van circa 11 uren.
De dienstdoende instructeur verklaarde dat er circa 20 graden zijwind stond tijdens de start en dat het zweefvliegtuig evenwijdig aan de lierbaan stond opgesteld. De grashoogte was circa 10 centimeter. De piloot kan zich weinig herinneren van het voorval. De piloot weet niet of hij de lierkabel heeft ontkoppeld. De lierman verklaarde dat hij onmiddellijk het vermogen van de lier volledig terugbracht toen hij zag dat de linkervleugel omhoog kwam en het zweefvliegtuig over de rechtervleugel wegdraaide. Op dat moment werd ook het lichtsignaal vanaf de startplaats uitgezet.
Het naar beneden zakken van een vleugel kan veroorzaakt worden door een gierbeweging in de beginfase van de lierstart. Het is van belang om bij het begin van de lierstart de hand bij de ontkoppelknop te houden. Wanneer tijdens het rollen over de grond een vleugel op de grond dreigt te komen, dient onmiddellijk de lierkabel ontkoppeld te worden voordat de vleugel de grond raakt.
Dit ongeval is opgenomen in de kwartaalrapportage luchtvaart over het 2e kwartaal van 2019.
