Noodlanding na motorstoring Diamond DA-40D
Tijdens de kruisvlucht op 21 maart 2012 hoorden de inzittenden van de Diamond DA-40D een luide knal, waarna de motor vastliep. Aan boord bevonden zich de piloot en een passagier. De piloot heeft in een weiland een succesvolle noodlanding gemaakt en beide inzittenden bleven ongedeerd. Na de noodlanding bleek de motorbeplating vol olie te zitten. Een inspectie van de motor wees uit dat er twee gaten in de motorbehuizing zaten.
Het vliegtuig steeg op van Lelystad Airport voor een lokale vlucht van ongeveer 1.5 uur. Volgens de piloot viel het motorvermogen volledig onverwachts weg: er waren geen aanwijzingen voor een op handen zijnde motorstoring, zoals buitensporig lawaai en trillingen. Na het wegvallen van de motor, was er in de motorruimte een ratelend geluid hoorbaar. De piloot reageerde direct en bereidde een noodlanding voor en schakelde de “Engine Master”-schakelaar uit. Daarna zond hij een eerste noodsein uit en zette de nadering in, in de richting van een nabijgelegen veld. Tijdens de nadering heeft de piloot de “Engine Master”-schakelaar weer ingeschakeld in een poging de motor te herstarten. Na een tweede noodsein te hebben uitgezonden, heeft de piloot de “Engine Master”-schakelaar weer uitgeschakeld, omdat een brandlucht werd geroken. De piloot heeft zijn toestel in een weiland neergezet en is op het moment dat het vliegtuig de grond raakte, vol in de remmen gegaan. Na ongeveer 150 meter kwam het vliegtuig tot stilstand.
De motorstoring is waarschijnlijk veroorzaakt door een niet vast te stellen defect van het zuigerpenlager van drijfstang nummer 3. De drijfstang kwam daardoor los, beschadigde vervolgens de daarbij behorende zuiger en drong door het carter. De ontwikkeling van de motorstoring kon niet van begin tot eind worden vastgesteld vanwege een gebrek aan bewijs en vanwege schade ten gevolge van de storing.
